
Jurisprudentie
AM2486
Datum uitspraak2003-09-04
Datum gepubliceerd2003-10-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 03-00534
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-10-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 03-00534
Statusgepubliceerd
Indicatie
art. 19 RVV 1990; niet voldoende afstand houden bij snelheid tot en met 80 km per uur; bumperkleven; Op grond van de stukken kan niet vastgesteld worden of de betrokkene met een snelheid tot en met 80 km/h dan wel met een snelheid van meer dan 80 km/h en tot en met 100 km/h heeft gereden. Aldus staat niet vast dat de hiervoor genoemde gedraging is verricht. Nu evenmin vastgesteld kan worden dat enige andere gedraging is verricht, voorkomend op de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften - blijkens de Richtlijn voor strafvordering, Tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften kan er bij een snelheid van meer dan 80 km/h en tot en met 100 km/h slechts sprake zijn van feiten waarvoor een transactie kan worden aangeboden of waarvoor een dagvaarding kan worden uitgebracht - is ten onrechte een sanctie aan de betrokkene opgelegd.
Uitspraak
WAHV 03/00534
4 september 2003
CJIB 99050296673
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage
van 26 maart 2003
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te Utrecht.
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Bij het beroepschrift is verzocht om een behandeling ter zitting.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 21 augustus 2003. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. E. Bloemendaal. De betrokkene is niet verschenen.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van €€132,-- Euro opgelegd ter zake van "als bestuurder van een voertuig niet voldoende afstand houden bij snelheid tot en met 80 km per uur" (feitcode S005a), welke gedraging zou zijn verricht op 24 januari 2002 te 17.40 uur op de Kruithuisweg te Delft.
3.2. De betrokkene ontkent niet ten tijde en ter plaatse als voormeld als bestuurder van het in de inleidende beschikking genoemde motorvoertuig aanwezig te zijn geweest. Hij ontkent echter de gedraging te hebben verricht.
3.3. De in feitcode S005a vermelde gedraging is een overtreding van art. 19 RVV1990, dat luidt als volgt:
"De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is".
3.4. De in het zaakoverzicht opgenomen toelichting van de verbalisant Kuijper houdt in, voor zover hier van belang: "Betrokkene reed met een snelheid gec. 75 km/h over de Kruithuisweg kudrv. A4 en gidrv. A13. Betr. reed + 1.5 m. achter voorligger. Het door de verbalisanten Donker en Kuijper op 7 juli 2002 op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal nr. PL1581/2002/16819-2 houdt in als hun relaas, voor zover hier van belang: "Op 24 januari 2002, omstreeks 17.27 uur, reden wij in uniform en in een opvallend surveillancevoertuig op de Voorhofdreef te Delft. Wij (…...) reden in de richting van de Kruithuisweg te Delft. (...) Ongeveer 75 meter voor ons reed een personenauto, merk Mazda (…). Hierop hebben wij het voertuig op de Kruithuisweg te Delft staande gehouden. (…) De bestuurder gaf ons op te zijn: [betrokkene]., geboren [geboortedatum] en wonende [adres], [woonplaats].". (…...). Betrokkene trok op en reed rechtdoor de Kruithuisweg af, richting de Rijksweg A13. (…...). Aangezien ik betrokkene bij het instappen van zijn voertuig had gewaarschuwd, dat hij zijn veiligheidsgordel om moest doen, reden wij achter de betrokkene aan, om te kijken of hij hieraan gevolg gegeven had. (...…). Wij, verbalisanten, zagen dat betrokkene achter een andere personenauto reed, met een snelheid van meer dan 80 km/u tot en met 100 km/u, waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen overeenkomt met een tijd van: minder dan 0,5 seconden tot en met 0,4 seconden.".
3.5. Op grond van de inhoud van de hiervoor onder 3.4. weergegeven stukken kan niet vastgesteld worden of de betrokkene met een snelheid tot en met 80 km/h dan wel met een snelheid van meer dan 80 km/h en tot en met 100 km/h heeft gereden. Aldus staat niet vast dat de hiervoor onder 3.1. genoemde gedraging is verricht. Nu evenmin vastgesteld kan worden dat enige andere gedraging is verricht, voorkomend op de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften - blijkens de Richtlijn voor strafvordering, Tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften kan er bij een snelheid van meer dan 80 km/h en tot en met 100 km/h slechts sprake zijn van feiten waarvoor een transactie kan worden aangeboden of waarvoor een dagvaarding kan worden uitgebracht - is ten onrechte een sanctie aan de betrokkene opgelegd.
De inleidende beschikking kan reeds op deze grond niet in stand blijven. Het hof zal doen hetgeen de kantonrechter had behoren te doen.
3.6. Het hof acht geen termen aanwezig een kostenveroordeling uit te spreken, nu niet gebleken is van kosten die voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie d.d. 24 juli 2002, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nr. 99050296673 de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat een bedrag van €132,-- Euro door de advocaat-generaal aan de betrokkene wordt gerestitueerd, dat door hem op de voet van art. 11 WAHV tot zekerheid is gesteld.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. Hiemstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.